Vertaling Bijbel, Kanttekeningen SV, [], En er was een man van [1]Zora, uit het geslacht van een [2]Daniet, wiens naam was Manoach; en zijn huisvrouw was onvruchtbaar en baarde niet. 1. Gelegen aan de westelijke zijde van het gebergte, dat Juda en Dan van elkander scheidt; aan de oostelijke zijde woonde de stam Juda. Zie Joz.15:33, en Joz.19:40,41. 2. Dat is, van den stam Dan.